Terug naar Startpagina

Mijn jeugd bracht ik door in Leiden. Na de middelbare school volgde ik een tekenopleiding aan de koninklijke Academie voor Beeldende kunsten te Den Haag.

Al tijdens deze opleiding bleek dat alleen tekenen voor mij te weinig was om mijn ideeën te uiten. Ik werkte graag met allerlei materialen, en maakte sieraden en kleine objecten. Daarom ging ik daarna naar de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam om mij daar op de afdeling “vormgeving metalen en kunststoffen” te specialiseren in het ontwerpen van sieraden.
Ik kreeg daar les van Jan Elders en Onno Boekhoudt. Jan Elders zorgde voor een goede vormgeving met gedegen technische ondergrond. Met Onno Boekhoudt werd het edelsmeden meer een vrije kunstuiting. Hij liet de studenten op een véél vrijere manier met het metaal omgaan als toen gangbaar was. Dat viel bij mij in de juiste aarde.

Het werk van Onno Boekhoudt bewonderde ik zeer. Andere kunstenaars van wie het werk mij aansprak waren o.a. Paul Klee, Brancusi, Morandi, Rothko en Eugène Brands. Wat bijna allen gemeen hadden was een soort verstilling, soberheid, ingehouden emotie. De eenvoud was de kracht. Daarnaast was er de interesse voor Afrikaanse sieraden en Keltische ornamenten. Het geen in mijn werk terug te zien is.

Dat ik van contrasten hou, kwam naar voren door het werken met twee kleuren metaal, onder andere zwart gebrand staal met bladgoud.(1) Daardoor kreeg dit werk een grafisch karakter.

In de periode rond 1980 was de architectuur mijn inspiratiebron, met name de sobere lijnvoering daarvan en de perspectivische vertekening. De zigzag stoel van Rietveld bewonderde ik zéér. Uit die periode zijn de objecten (2; 3), en later de paal broches (4).

Mijn werk werd spontaner door het metaal direct te vervormen met de hamer. De rechte architectonische lijnvoering verdween daarmee en maakte plaats voor ronde vormen. Zwart staalband werd rond gehamerd tot verstilde spiralen, die als halssieraden gedragen konden worden (5). De vorm werd geaccentueerd door het aanbrengen van bladgoud (6). Inhoudelijk was er alleen de wens te hameren en te genieten van de prachtige structuur die daarbij ontstond (7). De beheersing van de techniek van het hameren vereiste een enorme concentratie, een soort meditatie waarbij het lichaam werkte en de geest vrij was.

Omstreeks 1985 vloeiden een aantal dingen samen, namelijk mijn liefde voor de natuur, mijn tekenachtergrond, de passie voor het hameren en mijn bewondering voor de Japanse Mokumé Gane techniek. De Mokumé Gane (letterlijk houtnerf metaal) techniek is ontwikkeld uit het zwaardsmeden. De basis is een dikke plak gelaagd metaal, die er uit ziet als een Indische spekkoek. De basis van deze dikke plaat bestaat uit koper, afgewisseld met legeringen van koper met zilver, met goud, etc. Deze gelaagde plaat metaal, van plus minus 3 tot 8 mm. dik, kan je zo bewerken met vijlen, frezen, boren, beitels, hamers en de plaatwals, dat er een soort patroon ontstaat op een dunner wordende plaat. Dankzij een projectsubsidie en een werkbeurs kon ik mij deze techniek eigen maken met de hulp van de Engelsman Alistair McCallum. Ik kon als het ware schetsen in metaal en slaagde erin het zó te bewerken dat er vrij sobere monumentale vormen uit tevoorschijn kwamen met een subtiele tekening erop. De tekening en de vorm beïnvloedden elkaar wederzijds gedurende het werkproces, zo groeiden ze tot een natuurlijk geheel. (8; 9)

In 1990 kon ik met behulp van een presentatie subsidie een catalogus maken met dit poëtische werk, ”Birgit Laken, Metal in Motion, works in Mokumé Gane” (10; 11). De tentoonstelling, steeds met nieuw werk aangevuld, reisde door Australië, Amerika en een aantal Europese landen.

Na deze arbeidsintensieve Mokumé techniek met voornamelijk unica, begon ik omstreeks 1993 met het ontwerpen van seriesieraden (multiples). De aanleiding was de opdracht van het Ministerie van Cultuur om een ‘ministercadeau’ (relatiegeschenk die de minister cadeau kon geven) te ontwerpen. Hieruit ontstonden eenvoudige monumentale vormen. O.a. de jojohanger, de punthanger (12) en de diskhanger.

In 1994 brak er voor mij een fase aan, waarin het zoeken naar vrijheid in vormgeving op de voorgrond trad. Voorwerpen, meestal uit de natuur, die ik de afgelopen jaren verzameld had, die mij ontroerd, of op een of andere wijze aangesproken hadden, waren mijn inspiratiebronnen. Er kwam ruimte om andere dan gebruikelijke materialen te verwerken in mijn sieraden. Grote expressieve kleurige halssieraden van hout ontstonden er, o.a. “Oogst” (13). Deze periode stelde mij in staat om nog meer te zoeken naar de essentie van een sieraad. Door impulsiviteit en vrijheid komt er iets naar boven waarbij vormgeving meer gekoppeld is aan het zintuiglijke, het intuïtieve (14). In het zoeken naar wat voor mij belangrijk was om tot uitdrukking te brengen kwam ik uit op fundamentele menselijke relationele processen. Bijna als vanzelfsprekend diende zich toen het Harten project aan. (1996) (15)

Het hart, symbool voor de liefde, werkte ik uit in een serie halssieraden, gesmeed uit dun gouddraad, die als object liggend een hartvorm hebben, maar gedragen een andere vorm aannemen (16a; 16b; 16c). Gedurende het werken aan deze serie kwamen diverse betekenissen van de liefde stap voor stap naar voren. De titels spreken voor zich: Reikend hart, Ontloken hart, Luisterend hart, Veilig hart (17a; 17b; 17c) ,en Dierbaar hart (18a; 18b). De naam die het project kreeg, is “Heartwear”. Met de werkbeurs die ik eind 1998 kreeg kon dit thema verder uitgewerkt worden.

Door de behoefte om op een meer actieve manier met dit thema te werken ontstond hieruit een nieuw project. “Heartwork”. Samen met de Zwitserse collega Margrit Linder, maakte ik een start met dit project. Op het strand maakten we hartsculpturen van zand. Deze veranderden steeds van vorm door het water dat eroverheen spoelde. Dit proces van werken met zand, water, het getij en het weer, legden we vast met onze camera (19a; 19b). Ik werd zó gegrepen door dit project, dat ik nog maanden lang bezig was om al het mogelijke eruit te halen en vast te leggen op foto. Deze foto’s inspireerde mij weer om nieuwe sieraden te maken (20a; 20b). De kleine installaties, die hieruit ontstonden vertellen stuk voor stuk over de liefde (21a; 21b).

Inhoudelijk is het werk voor mij interessanter geworden. Maar toch beschouw ik mijn oudere staalband bladgoud spiralen uit 1985 nog steeds als een ‘ijzersterke’ serie (22). De multiples uit 1993 o.a. de ‘jojo hanger’ (23) en de ‘disk hanger’ (24) zijn bij mij nog altijd favoriet. En uit de “Heartwear” serie vind ik de ‘push up’ (25; 26), vooral de uitvoering in r.v.s. draad met hematiet, behalve mooi ook humoristisch. De serie harten uit dun gouddraad, die van vorm veranderen bij het dragen zijn inventief (27a; 27b; 27c). De ‘twee harten’ hanger van tombak, een soort brons, is een topper geworden. De romantiek en mijn liefde voor de natuur komen daarin op een bijzonder subtiele wijze naar voren (28).Van de Mokumé Gane serie zijn de broches die er uit zien als langwerpige steen heel intrigerend, de monumentale uitstraling spreekt me bijzonder aan (29). Wat al deze “schoonheden” gemeen hebben is de helderheid en de sobere krachtige lijn.

Fotografie werd vanaf 1999 een belangrijk onderdeel van mijn werk. Door het werkproces van het Heartwork project met de camera vast te leggen ontstonden zulke mooie beelden, dat fotografie voor mij een uitdrukkingswijze werd waar ik niet meer omheen kon (30; 31).

Omdat het “Hart”, het middelpunt is, waar alles om draait, dook ik ook met mijn camera in het hart van een bloem, en het nieuwe thema “Zomerland” was geboren. Bloemen fotograferen van zó dichtbij, geeft je het gevoel overweldigd te worden door de intensieve kleurenpracht (32), laat je even alles vergeten en puur genot ervaren (33). Naast de foto’s maak ik ook sieraden, o.a. in felle kleuren gespoten broches van geperst brons (34), of zilveren broches met kleurige Swarovski kristallen (35). Soms grote bloemvormen, gesmeed van zilverdraad en bezet met pareltjes, voor om de hals (36; 37).

Op kunstacademies, vakhogescholen en universiteiten over de hele wereld heb ik lezingen, gastlessen en workshops gegeven. De laatste jaren wijd ik me voornamelijk aan mijn sieraden en fotografie.

Mijn werk is inmiddels opgenomen in 17 museumcollecties. In Nederland zijn er 3 galeries die mijn werk laten zien. Dat zijn Galerie Ra te Amsterdam, Galerie Marzee te Nijmegen en Galerie Lous Martin in Delft. In het buitenland Galerie Orfèo in Luxemburg, Galeria Reverso in Lissabon en Galerie Pilartz in Keulen.

Het sieraden maken en fotograferen is voor mij niet zozeer een doel op zich als wel het gevolg van het naar buiten brengen van wat er in mij leeft. Het is een soort bewustwordingsproces, en een vorm van communicatie. Ik heb geen doelgroep voor ogen. Ik wil graag dat iedereen die mijn werk aanspreekt het kan kopen. Daarom houd ik mij ook met multiples bezig en probeer dat zo voordelig mogelijk te houden. Ik bereik mijn doel in zoverre dat ik iets laat zien van mijzelf, van wat mij bezig houdt en waar ik van houd, een non verbaal signaal, een liefde die met anderen gedeeld kan worden.

1 Halssieraad 1975 staal bladgoud 20 cm x 18 cm 2 Object_1980 staal bladgoud 40 x 15 cm
3 Object_1980 staal bladgoud_26 x 7 cm 4 Paalbroches 1980 Zilver Goud 9 cm uit deze serie Schmuckmuseum pforzheim en Frans hals museum
5 Collier-Object Staalband 1982 Frans Hals Museum 28 cm 6 Collier-Object 1983 Staalband bladgoud Smuckmuseum Pforzheim 60 cm
7 Gaatjesbroche 1987 Geperforeerd staal 20 cm x 10 cm 8 Broche Glory of the seas 1988 koper zilver museum voor moderne kunst Arnhem tombak 16 x 21 cm
9 Halssieraad Gryke 1989 gemeentemuseum Den Haag koper zilver tombak 36 x 25 cm 10 Catalogus paperback Birgit Laken Metal in Motion 25 cm x 22 cm
11 Catalogus hardcover met broche Birgit Laken Metal in Motion 25 cm x 23 cm 12 Punthanger 1983 Brons en gezwart zilver 8 x 6 cm
13 Halssieraad Oogst 1996 hout bladgoud kunstof Acryl 52 x 34 cm 14 Hanger_Jeans 1996 Hout acryl boa 11 cm x 10_cm x 4 cm
15_Halssieraad Waterhart 1 1996 8 k goud kunstof 32 x 23 cm 16a Halssieraad Luisterend Hart basisstand 1998 goud 21 x 47 cm Museum Moderne Kunst Arnhem
16b Halssieraad Luisterend Hart draagstand-1 1998 goud 43 cm lang 16c Halssieraad Luisterend Hart draagstand-2 1998 goud 63 x 28 cm
17a Halssieraad Veilig Hart basisstand 1999 zilver 35 x 31 cm Frans Halsmuseum Haarlem 17b Halssieraad Veilig Hart draagstand 1999 zilver 42 cm lang
17c Halssieraad Veilig Hart Close-Up 1998 Zilver 18a Halssieraad Dierbaar Hart basisstand 1998 goud geitenvacht 32 x 30 cm
18b Halssieraad Dierbaar Hart draagsstand 1998 goud geitenvacht 38 cm lang 19a Foto Heartwork strand 1999
19b Broche uit de Heartwear serie zilver 2001 12 x 6 cm 20a Foto Heartwork strand 1999
20b Broche uit de Heartwear serie zilver 2001 6 x 9 cm 21a Installatie Herzinsel met broche 2001 30 x 10 x 15
21b Broche Herzinsel 2001 zilver 5 x 9 cm 22 Collier-Object 1982 staalband bladgoud 24 cm
23 Jojohanger 1983 tombak 8 x 1 cm Cooper Hewitt Museum New York Musëe des Arts Décoratifs M 24 Diskhanger 1983 tombak 75 en 75  mm
25 Halssieraad Push up 1997 staal kralen 40 x 31 cm 26 Halssieraad Push up 1997 staal bergkristal 28 x 35
27a Halssieraad Grosses Herz basisstand 1998 18 k goud 36 x 31 cm 27b Halssieraad Grosses Herz draagstand 1998 18 k goud 43 x 18 cm
27c Halssieraad Grosses Herz draagstand 2 1998 18 k goud 18 x 43 cm 28 Twee hartenhanger heartwear 1998 tombak 17 x 9 cm
29 Broche Sediment 1990 kopper zilver tombac 5x15x1,5 cm 30 Foto Heartwork strand 1999
31 Foto Heartwork strand 1999 32 Foto Zomerland 2001 Aussen Ministerium
33 Foto Zomerland 2002 34 Broches Zomerland 2003 brons acryllak 75 x 65
35 Broches uit de antiekserie 2002 zilver swarovski kristal 5 x 5 cm 36 Spiraalbloem collier 2002 zilver zoetwaterparels 30 x 20 cm
37 Bloemklokcollier 2002 zilver zoetwaterparels 29 x 25 cm

counter free hit unique web home | introductie | recent werk | sieraden | foto’s | historie | cv | persoonlijk | tentoonstellingen | collecties | publicaties | activiteiten | nieuws | winkel | coaching | contact | links